Een moeder van de kleuters belt me op. Ze vraagt of we haar kunnen helpen. Ik vraag naar haar situatie, haar man en haar gezin. Nee mijn man is niet bij me. Hij is kwijt. “Hoezo kwijt?!” zeg ik verbaasd. Ja drie jaar geleden op een dag vertrokken naar Sinjar en nooit teruggekomen. We weten niet waar hij uithangt of wat hem is overkomen. Zijn vrouw en twee jonge kinderen leven nu uit nood bij haar oom. De schoonfamilie wil de zorg voor het gezin niet op zich nemen. Ook haar eigen vader wil zich niet met de situatie bemoeien. Per gratie mag ze bij haar oom wonen. Ik reken even snel na. Het betekent dat de kinderen eigenlijk hun vader helemaal niet kennen. De moeder een jonge vrouw van begin dertig verdient door de week een paar centen in een centrum in de buurt. Haar man heeft haar lelijk behandeld om zo maar uit haar leven te verdwijnen. Op hulp van de overheid kan ze niet rekenen. Ze is niet gescheiden en ze is geen weduwe en zonder haar man kan ze ook geen aanspraak maken op hulp van de overheid. Ik ken de oom en haar nicht van lang geleden. Ze lijken me best aardig. Maar het is alsnog geen kleinigheid om als een soort paria je kinderen te moeten opvoeden, zonder inkomen.
This post is also available in: English (Engels)