Waar werken we

Wie zijn yezidi's

De Shingali’s, de Yezidi’s uit Sinjar zijn een taai volk. Van oorsprong leefden ze als herders op de vlaktes rondom Nineve en de berg Sinjar. Ze zijn deel van één van de oudste etnische minderheid die te vinden is in Noord-Irak, Zuidoost- Turkije, Noord Syrië, de Caucasus en delen van Iran. Het merendeel woonde echter op de Nineve vlakte dichtbij Mosul. Daar woonden ze tot aan de inval van IS in augustus in 2014.

Sinds hun vlucht wonen ze in Koerdistan (Autonomisch gebied in Noord Irak). Ruim 300.000 Yezidi vluchtelingen wonen in grote kampen in de regio rondom Duhok. De kampen zijn echter overvol en veel ontheemden leven in geïmproviseerde tenten en onafgemaakte gebouwen in aangrenzende gebieden en dorpen buiten de kampen. In de omgeving van Sharia waar het kindercentrum is, dat is in de buurt van Dohuk, wonen zo’n 60.000 gevluchte Yezidi’s.

Vooralsnog is de situatie in Sinjar niet veilig en stabiel. Hierdoor kunnen de Shingali’s na jarenlang in een tentenkamp overleven nog steeds niet naar huis. De kinderen groeien nu op in tentenkampen en kennen hun geboortegrond alleen maar van de verhalen van hun ouders.

De tieners en jongvolwassenen daarentegen hebben de vlucht bewust meegemaakt. Ze zijn ontzettend veerkrachtig. Ze storten zich bijna allemaal op hun school en studie alsof hun leven ervan af hangt. Ze willen niet in de situatie blijven van overleven, maar willen vooruitgang boeken in hun leven en hun horizon verbreden.

Ook de jongvolwassenen zijn erg gemotiveerd om hogerop te komen in het leven. Maar als het ze eenmaal is gelukt om een studie af te ronden(veelal met schulden) is het lastig om een baan te vinden. Er is veel corruptie en vaak hebben Yezidi’s niet dezelfde kansen om aan de bak te komen in de overwegende Islamitische regio. Werkeloosheid is hoog en de economie in de gemeenschap draait veelal op hulp van buitenaf, hetzij uitkeringen van de overheid, hulp van organisatie en geld dat door familieleden uit het buitenland word toegestuurd.

Gevlucht

In augustus 2014 startten ISIS-terroristen gecoördineerde aanvallen tegen de bevolking van verschillende steden in de Nineveh en de Duhok provincies in Noord-Irak. Tijdens de aanvallen vluchtten duizenden Yezidi’s voor hun leven naar de berg Sinjar of naar veilige delen van de provincie Duhok. Naast Yezidi’s zijn ook Irakese christenen, Turkmenen, Shabaks en andere groeperingen aangevallen.

Tijdens de aanval op Sinjar vluchtten ongeveer 40.000 mensen aanvankelijk naar de berg Sinjar, omringd door terroristen. Ze hadden geen eten, water of onderdak om zichzelf staande te houden in de genadeloze zomerhitte. Veel mensen stierven, waaronder pasgeboren baby’s, kinderen en ouderen als gevolg van uitdroging en oververhitting.

Gevangen

Degenen die niet op tijd hun woonplaatsen konden ontvluchten zijn vermoord of gekidnapt. Mannen werden van de vrouwen en kinderen gescheiden. Mannen werden gedwongen zich tot de islam te bekeren, hoewel velen van hen, hoe dan ook werden geëxecuteerd. Vrouwen en meisjes werden gevangen gehouden en verkocht als seksslaven. Jongens werden gedwongen zich tot de islam te bekeren en opgeleid tot jihadisten of zelfmoordterroristen. Van de ruim zesduizend vrouwen en kinderen zijn er ruim drieduizend teruggekeerd. Deze vrouwen en kinderen hebben echter de meest onvoorstelbare vormen van misbruik en marteling ondergaan en zijn daarom begrijpelijkerwijs zwaar getraumatiseerd. Velen hebben zelfmoord gepleegd of geprobeerd zelfmoord te plegen. Geëxecuteerde Yezidi-slachtoffers zijn gevonden in massagraven in verschillende steden, maar velen blijven vermist.

Wat geloven Yezidi's

De Yezidi-cultuur is gestructureerd volgens sociale klassen vergelijkbaar met het Hindoe kastensysteem. Aan de top is de Mir(politieke leider) en Baba Sheikh (geestelijk leider). Hun godsdienst is in stand gehouden  door overleveringen in de vorm van hymns, verhalen en poezie meer dan in geschriften. De oorspronkelijke taal van de Yezidi’s is Kurmanji Koerdisch. Maar velen spreken ook Arabisch als resultaat van de Arabiseren onder Saddams bewind. Yezidi’s voelen zich sterk verbonden met hun land en geografische locatie, vooral hun tempel in Lalesh. Ze geloven dat daar de schepping begon na de ‘grote vloed’.

Yezidisme is een monotheïstische religie en is meer dan 4000 jaar oud. Ze kennen veel rituelen en omdat hun geloof syncretisch(vermeng met andere religies) overlappen hun vieringen vaak met andere religies. De naam Yezidi komt mogelijk van het Perzisch ized (engel, godheid) of yazada (goddelijk wezen). In het Koerdisch, het woord Yazdan vertaalt zich in God, waarbij Yezidi betekent ‘aanbidder van God’.

Yezidi’s geloven in één God. De meest belangrijke en centrale figuur binnen de Yezidische traditie is Tawusi Malak (de pauw-engel). Tawusi Malak belichaamt zowel licht als duisternis. Volgens het Yezidische geloof heeft alles in het universum z’n tegenhanger: de zon en de maan, dag en nacht, etc. Yezidi’s geloven tevens in het primaire belang van de zon. Het aansteken van olie-lampen tijdens religieuze feestdagen getuigt van de aanbidding van het licht.

Tijdens de 11e en 12e eeuw werd de gemeenschap blootgesteld aan de leer en organisatorische hervormingen van Sheikh Adi, een soefi-mysticus die een systeem van geestelijken en leken opzette. Sinds die tijd is de religie meer geïsoleerd voor buitenstaanders en bekering zijn niet toegestaan. Vanwege de mix van verschillende overtuigingen systemen en verkeerd begrip van de Yazidi-theologie, werden Yezidi’s vaak gebrandmerkt als ketters, afvalligen of onterecht ‘duivel’ aanbidders” waardoor er veel vervolging is geweest.

Vervolging

Yezidi’s geloven dat hun gemeenschap minstens 72 pogingen tot vernietiging en genocides heeft ondergaan. Het slachtoffer zijn van vervolging en genocide is een belangrijk onderdeel van de gedeelde Yezidi-identiteit en het verhaal van de gemeenschap. Ook Saddam regime spaarde de Yezidi’s niet. Hij voerde een beleid om de Yezidi’s uit de dorpen te verdrijven en naar nieuw gebouwde collectieve steden zoals Shingal te verhuizen, waardoor de traditioneel pastorale manier van leven ernstig werd verstoord.

Nadat de door de VS geleide coalitie in 2003 Saddam ten val had gebracht, escaleerde het sektarische geweld snel, met fundamentalistische aanvallen op alle minderheidsgemeenschappen. Yazidi – dorpen , heiligdommen en feestdagen waren allemaal herhaaldelijk het doelwit. Eén van de ergste aanslagen vond plaats op 14 augustus 2007, toen terroristen een verwoestend en gecoördineerde aanval uitvoerden waarbij vier vrachtwagenbommen tegelijk tot ontploffing werden gebracht in de dorpen rondom Tel Azer. Naar schatting verloren meer dan 500 mensen het leven bij de aanval en raakten nog eens 1.500 gewond. Hoewel er geen daders zijn gearresteerd of aangeklaagd, wordt aangenomen dat Al-Qaeda in Irak achter de bombardementen zat.

Toen IS op 10 juni 2014 de stad Mosul veroverde, gaven ze andere religieuze minderheden zoals christenen drie opties: (1) accepteer de dhimmi-status en betaal de jizya (een speciale belasting), (2) bekeer je tot de islam, of (3) de dood onder ogen zien. Voor Yezidi’s werd echter het ‘voorrecht’ van de dhimmi-status ontzegd, waardoor alleen de laatste twee opties overbleven. IS rukte op naar het gebied van Shingal en het Iraakse leger en de Peshamarga trokken zich terug uit Shingal, wat duizenden levens en grootschalige vernietiging kostte. Yezidi’s in Shingal en omgeving werden onderworpen aan massamoorden, gedwongen bekeringen, ontvoering van jonge kinderen en seksuele slavernij van duizenden vrouwen en meisjes. Door dit geweld kwam er een massale golf van vluchtelingen in de regio Koerdistan in Irak en Syrië.

This post is also available in: English (Engels)